KLOK

 

Eind 1929 werden vier luidklokken voor de Cenakelkerk ingewijd. De toonhoogtes ervan waren gebaseerd op ‘Morgenstimmung’ van Grieg. In 1932 werd de vijfde en grootste klok besteld, een ‘D’-klok van een kleine 1800 kilo. Ze kreeg de naam van de ‘voorganger’ van de Heilig Hartverering, de Karmelietes Margaretha Maria Alacoque. Deze klok was bestemd voor wat de grootste Heilig Hartbasiliek ter wereld moest worden. De bouw van deze kerk, die aan 17.000 pelgrims plaats moest bieden, was waarschijnlijk de grootste drijfveer van de Stichter van de Heilig Land Stichting, Mgr. Arnoldus Suys. Het devotiepark annex museum rond deze kerk was in zijn ogen vooral een publiekstrekker en bron van inkomsten. Maar het verkondigende museum kostte in die tijd al meer dan het opleverde, en de bouw van de Basiliek is nooit tot een einde gebracht. Het atrium ervan vormt nu het hoofdgebouw van Museum Oriëntalis.

 

De vijfde klok werd in 1936 geïnstalleerd in een tijdelijke toren van de in aanbouw zijnde Basiliek. In 1942 liet de Duitse bezetter het oog laten vallen op het kostbare brons. Een smeekbede van de maker, de nu Koninklijke Eijsbouts uit Asten, om de klok te behouden vanwege de buitengewone klank en kwaliteit, haalde niets uit, en samen met de andere klokken werd ook deze in Duitsland omgesmolten voor de munitie-industrie.

 

Na de oorlog werden de klokken opnieuw bij Eijsbouts gegoten en in juni 1949 geconsacreerd. De Heilig Hartklok ging voortaan luiden als aankondiging van de rondleidingen door het park. De Montfortaan pater J. Eyckeler schreef voor die gelegenheid het lied ‘Heilig Land, droomland’, waarvan het refrein luidt:

 

Hoor! Daar luiden weer de klokken!

Vlug: De hoeden en de stokken

En daar zijn we weer vertrokken

Naar ’t verre Heilig Land

 

Tegenwoordig laat de klok zijn prachtige zware tonen weer klinken ter begeleiding van de overledenen naar hun laatste rustplaats. De klok is daartoe overgeplaatst naar de ingang van de begraafplaats.